Het is bijna zover! Op 14 juni 2023 staat de inmiddels derde editie van het populaire Captains of Processing Dinner op het programma. Een initiatief van Machevo, Easyfairs en vakblad BULK. Beslissers uit de procesindustrie en een Captains of Processing-opiniepanel wisselen tijdens een inspirerende, sfeervolle en culinaire setting van gedachten over actuele onderwerpen, trends en technologische innovaties. Kortweg: een smakelijke avond vol ingrediënten, die de procesindustrie vandaag de dag bezighoudt. De komende weken stellen we de panelleden één voor één voor en gaan ze alvast kort in op een drietal vragen, elk aangevlogen vanuit hun eigen expertise, vakgebied en visie. Vandaag is het de beurt aan Maarten Schutyser (46), Associate Professor aan Wageningen University & Research (WUR).
Denkende aan de huidige geopolitieke uitdagingen, het grondstoffentekort, de energiecrisis en verduurzaming, hoe zouden bedrijven hun krachten beter kunnen bundelen om zo goed mogelijk in te spelen op vragen en behoeften vanuit de markt?
“Bij WUR houden we ons onder andere bezig met de transitie van dierlijk naar plantaardig voedsel voor menselijke consumptie. Het is een enorme uitdaging om processen te ontwikkelen (die ook nog eens duurzaam zijn) voor het maken van plantgebaseerde levensmiddelen, die mensen verleiden meer plantaardig voedsel te consumeren. We hoeven echt niet allemaal vegetariër te worden, maar mensen moeten worden verleid wat vaker alternatieven te eten. Het is een proces van vallen en opstaan. Er zijn decennia aan ervaring met processen inzake dierlijke producten, zoals zuivel, maar het aantal onderzoeken naar bijvoorbeeld plantaardige eiwitten is nog vrij beperkt. Bedrijven zouden meer kunnen samenwerken met fabrikanten van ingrediënten. Zij gebruiken veel water om eiwitisolaten te maken en dat water moet allemaal verwijderd worden in energie-intensieve droogprocessen. Er zijn ook andere oplossingen, zoals bijvoorbeeld het droog fractioneren van peulvruchten in eiwitrijke ingrediënten. In zo’n geval kan wel het maximale voordeel gehaald worden uit de transitie naar plantgebaseerd voedsel. Een andere oplossingsrichting is meer energie efficiënt te drogen door in plaats van hete lucht bijvoorbeeld elektriciteit te gebruiken als drijvende kracht om te ontwateren. Het kost namelijk heel veel energie om water te verdampen, maar er zijn ook andere principes die je kan gebruiken. Gelukkig neemt het besef dat dingen moeten veranderen toe. Zo zijn er steeds meer innovatieve onderzoeksprojecten waar bedrijven zich aan committeren. Dit merk ik in de projecten die ik opzet met consortia binnen het Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) of het NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Energie is heel lang heel goedkoop geweest. Veel energiebesparende maatregelen waren lastig te rechtvaardigen vanuit investeringsoogpunt, maar dat is nu aan het kantelen.”
Waar laten bedrijven kansen nu nog vaak liggen en valt meer impact te behalen?
“Werken met minder geraffineerde ingrediënten! Hoe meer je gaat opzuiveren, des te meer water je vaak gebruikt en hoe meer je moet drogen. Tijdens het productieproces voeg je water toe om een precipitatie of membraanscheiding uit te voeren om vervolgens het ingrediënt te drogen in bijvoorbeeld een sproeidroger. Dat kost een heleboel energie! Ik doe onderzoek naar alternatieve processen waarbij je geen of juist zo min mogelijk water gebruikt om zo min mogelijk te drogen. En als je dan toch moet drogen, onderzoek ik ook hoe droogprocessen zo energie-efficiënt mogelijk gemaakt kunnen worden.”
Hoe kan de procesindustrie nog meer bijdragen om de wereld een stukje beter en duurzamer te maken?
“Probeer om state-of-the-art technologie te implementeren en niet simpelweg een kopie van je laatste machine. Onderzoek of er mogelijke verbeteringen zijn die je kunt doorvoeren om écht een slag te maken. Beschouw daarbij de hele productieketen, ook buiten je eigen fabriek. En het is natuurlijk ook leuk als bedrijven contact onderhouden met universiteiten, en daarmee bijdragen aan de opleiding van de volgende generatie levensmiddelentechnologen en aan de ontwikkeling van doorbraaktechnologie op de langere termijn.”