INADCO
,Laat ik om te beginnen mijzelf eerst in het kort even voorstellen. Mijn naam is Alexander van der Dussen en ik ben ruim 20 jaar werkzaam bij INADCO Moisture Measurement in verschillende disciplines. INADCO Moisture Measurement is als innovator marktleider geworden in de Horticulturele industrie met door onszelf ontwikkelde meetapparatuur voor het bepalen van de bulkdichtheid en het vochtgehalte van o.a. potgrond. De technieken die hiervoor zijn ontwikkeld worden nu ook steeds meer ingezet in andere industrieën waar gewerkt wordt met grove fracties zoals in de Food en biomassa.
Ondanks de diversiteit in alle industrieën die we tegenkomen, zien wij toch wel een sterke overeenkomst: de waarde die wordt gehecht aan een meetwaarde als resultaat van een test. Helaas is onze ervaring dat de waarde van het testresultaat ten onrechte als absolute waarheid wordt beschouwd.
In iedere industrie is kwaliteit een belangrijk onderdeel en om de kwaliteit te bewaken wordt er veel tijd besteed aan meten. Immers, meten is weten vindt men! In veel industrieën worden de testmethodes al lange tijd gebruikt maar is in de loop der jaren de expertise verloren gegaan over het hoe en waarom.
Zo krijgen wij regelmatig de vraag “hoe nauwkeurig is jullie apparatuur?” Hierbij zeggen wij altijd hetzelfde: “minstens net zo nauwkeurig als dat u met een andere methode kunt controleren”. Vaak wordt hier met een vragende en verbaasde blik op gereageerd.
Maar laat ik u ons antwoord verklaren.
Elke industrie heeft zijn eigen meetmethodes en apparatuur om de vochtigheid van het product te bepalen. De meest bekende methodes gebruiken een droogstoof. Deze methode is echter tijdrovend. Ook infrarood drogers worden gebruikt omdat deze meestal een snel resultaat bieden.
Beiden kunnen goede methodes zijn maar het resultaat wordt niet alleen bepaald door de apparatuur waarmee de test wordt uitgevoerd. Minstens net zo belangrijk is het monster dat wordt verzameld en de eventueel noodzakelijke voorbewerking ervan. Een vraag die men zich wel eens vergeet te stellen is of het monster wel representatief is.
Vaak denkt men van wel, maar dit is niet altijd zo. In veel productieprocessen is constantheid erg belangrijk. Echter kan er door verschillende oorzaken variatie optreden in het product. Als er dan een monster wordt genomen wat zegt dit monster dan. Is het monster groot genoeg om representatief te zijn voor al het materiaal dat is verwerkt in de tussentijd?
Wordt het gehele monster gebruikt voor de test of wordt het monster nog bewerkt en vervolgens een klein gedeelte hiervan gebruikt voor de uiteindelijke test? Is het monster dat wordt gebruikt voor de test nog wel hetzelfde als het product dat wordt geproduceerd?
Voorbereiding van het monster kan namelijk leiden tot veranderingen van eigenschappen en daarmee dus tot meetfouten. En zo zijn er nog heel veel factoren die ervoor zorgen dat ondanks het mooie testresultaat, de uitkomst met twee of meer cijfers achter de komma, totaal niet overeenkomt met datgene dat in het productieproces gebeurt.
Toch zijn de testresultaten vaak afdoende en zijn de afwijkingen niet zo erg als ik u wil laten voorkomen. Maar in een tijd waarin aan kwaliteit en constantheid steeds hogere eisen worden gesteld is het belangrijk om eens na te denken of de controles nog wel voldoen.
Daarom een simpele test die u zelf eens zou kunnen uitvoeren: Verzamel eens een keer twee keer de hoeveelheid aan benodigd product voor de test en verdeel deze over meerdere monsterschalen. Wat is het resultaat als u al deze schalen gelijktijdig test?
Bekijk al het nieuws